Chemotherapie, ja of nee?

De arts bepaalt aan de hand van diverse factoren of chemotherapie zinvol en/of noodzakelijk is. Chemotherapie wordt gegeven om het risico op uitzaaiingen van borstkanker te verlagen. Factoren die het risico op uitzaaiingen vergroten zijn daarom van belang bij het bepalen of chemotherapie aangewezen is of niet. Deze factoren, samen met de uitslag van de MammaPrint, kunnen u en uw arts helpen om een persoonlijk behandelplan op te stellen. Daarnaast kunnen ze bijdragen bij de beslissing of u (naast de andere behandelopties) wel of geen chemotherapie nodig heeft. De hieronder genoemde factoren kunnen niet los van elkaar gezien worden. Soms zal niet voor chemotherapie worden gekozen ondanks de aanwezigheid van risico factoren, bijvoorbeeld wanneer de tumor heel klein is. De lijst hieronder is slechts een grove indicatie; het bepalen van de noodzakelijkheid van chemotherapie is ingewikkelder dan een ja/nee optelsom van een van deze factoren.

Graad van de tumor
Hoe hoger de graad, hoe groter de kans dat chemotherapie overwogen wordt:

  • graad I: de kankercellen lijken voor een groot deel op gezonde cellen en groeien meestal langzaam.
  • graad II: de kankercellen lijken steeds minder op gezonde cellen, groeien meestal sneller dan normale cellen en plakken snel aan elkaar.
  • graad III: de kankercellen lijken vrijwel niet meer op gezonde cellen en groeien bijna altijd veel sneller dan normale cellen.

Leeftijd: De leeftijd van de patiënt speelt een rol, waarbij over het algemeen geldt dat hoe jonger de patiënt is, er eerder chemotherapie overwogen wordt.

Lymfeklieren: Positieve lymfeklieren zijn een risicofactor; hoe meer klieren positief zijn, hoe groter de noodzakelijkheid voor chemotherapie. Voor patiënten met 1 tot 3 positieve lymfeklieren kan MammaPrint een Laag Risico-uitslag geven waarbij chemotherapie geen klinisch toegevoegde waarde heeft.

Tumor grootte: Hoe groter de tumor is, hoe groter de noodzakelijkheid voor chemotherapie. Als een tumor groter is dan 5 cm, kan in principe geen MammaPrint meer gedaan worden, aangezien MammaPrint is gevalideerd voor tumoren tot 5 cm.

Bij grotere tumoren (maar ook steeds vaker bij kleinere tumoren) wordt er soms gekozen voor aanvullende therapie die gegeven wordt vóór de operatie (zogeheten neo-adjuvante therapie); in dit geval kunnen MammaPrint en BluePrint helpen te bepalen welke therapie gekozen wordt.

Stadium van de borstkanker: Hoe hoger het stadium, hoe groter de kans dat chemotherapie als behandeling nodig is:

  • stadium IA: een tumor kleiner dan 2 centimeter zonder uitzaaiingen naar de lymfeklieren in de oksel.
    Stadium IB: een tumor kleiner dan 2 centimeter, met micrometastasen (kleiner dan 2 mm) in de okselklier.
  • stadium IIA: een tumor tot 2 centimeter groot, met maximaal 3 aangedane lymfeklieren in de oksel. Of een tumor tussen de 2 en 5 cm zonder aangedane lymfeklieren.
    Stadium IIB: De tumor is tussen de 2 en 5 cm, met maximaal 3 aangedane lymfeklieren in de oksel. Of de tumor is groter dan 5 cm zonder aangedane lymfeklieren.
  • stadium III: de tumor is groter dan 5 centimeter, komt door de huid naar buiten of zit vast aan de borstwand met eventueel uitzaaiingen naar de lymfeklieren in de oksel.
  • stadium IV: een tumor met aangetoonde uitzaaiingen naar andere plekken in het lichaam.

 

Bij het maken van een behandelings besllissing moeten MammaPrint en BluePrint resultaten altijd door u en uw arts gebruikt worden in combinatie met klinische factoren en uw individuele situatie.